ICBR – Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn

Klimaatverandering aan de Rijn: watertemperatuur eind deze eeuw naar verwachting 4,2 °C hoger

Het water in de Rijn wordt warmer. Dat blijkt uit een analyse die de Duitse dienst voor hydrologie (BfG) en het Nederlandse kennisinstituut Deltares in 2024 in het kader van hun werkzaamheden voor de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) hebben uitgevoerd. Nu al zijn er effecten op het milieu en de economie, die in de toekomst nog sterker zullen worden.

De waterstand van de Rijn lag in het voorjaar van 2025 ver onder het langjarige gemiddelde. ''Dergelijke omstandigheden zijn een voorproefje van wat ons in de toekomst in het voorjaar en de zomer vaker te wachten zal staan aan de Rijn'', zegt ICBR-voorzitter Miriam Haritz. 

Laagwater gaat vaak gepaard met hoge watertemperaturen. De vandaag gepubliceerde studie laat een duidelijke trend zien op basis van modelresultaten: de Rijn warmt aanzienlijk op als gevolg van de klimaatverandering. 

Terugblik: 45 jaar temperatuurstijging gedocumenteerd

Uit de analyse van historische meetreeksen voor de periode 1978-2023 is al een duidelijke opwarmingstrend gebleken: de Rijn is sinds 1978 onmiskenbaar warmer geworden, vooral in het gebied ten zuiden van Karlsruhe. Zo is de jaargemiddelde watertemperatuur in Bazel tijdens de onderzoeksperiode met 0,4 °C per decennium gestegen. Hoewel antropogene warmtelozingen zijn afgenomen, bijvoorbeeld dankzij het stilleggen van kerncentrales, is er geen halt toegeroepen aan de stijging van de watertemperatuur, die rechtstreeks verband houdt met de stijging van de luchttemperatuur als gevolg van de klimaatverandering. 

Vooruitblik: modelberekeningen tot 2100

De nieuwe simulaties van de ontwikkeling van de watertemperatuur die in het kader van dit onderzoek zijn uitgevoerd, zijn gebaseerd op het hoog-CO2-emissie-scenario van de Intergouvernementele Werkgroep klimaatverandering (IPCC). De experts van de BfG, Deltares en de Rijnoeverstaten hebben modelberekeningen uitgevoerd om de verwachte stijging van de Rijntemperaturen te kwantificeren. Ze verwachten dat het water in de Rijn halverwege deze eeuw in de orde van 1,1 tot 1,8 °C warmer zal zijn. In 2100 zou de jaargemiddelde watertemperatuur zelfs 2,9 tot 4,2 °C hoger kunnen zijn dan in de periode 1990-2010, die als referentie is genomen voor alle berekeningen.  De resultaten van het onderzoek laten zien dat vooral de zuidelijke Rijntrajecten van Zwitserland tot Karlsruhe zullen worden getroffen. 

Concreet betekent dit dat het jaargemiddelde aantal dagen met temperaturen onder 10 °C in de hoofdstroom van de Rijn zal dalen van 170 dagen nu naar 104 dagen aan het einde van de eeuw. Omgekeerd zal het aantal dagen met temperaturen boven 21,5 °C aanzienlijk toenemen, van gemiddeld 32 dagen nu naar 106 dagen per jaar (dit is bijna een derde van het jaar). Van deze 106 dagen per jaar met een temperatuur van meer dan 21,5 °C zullen bijna 50 dagen per jaar temperaturen boven 25 °C bereiken, met uitschieters tot 28 °C. De gemodelleerde watertemperaturen kunnen bovendien nog worden overschreden door factoren die niet in de studie zijn meegenomen, met name antropogene warmtelozingen, die moeilijk te voorspellen zijn.

Soorten en uiterwaarden onder druk

Klimaatverandering leidt tot een stijging van de gemiddelde luchttemperaturen, waardoor alle natuurlijke milieus in tendens onder druk komen te staan. Aquatische en waterrijke gebieden worden bijzonder getroffen door de effecten van de klimaatverandering vanwege de toename van de frequentie en de ernst van laagwatersituaties en de stijging van de watertemperaturen, die de effecten van de antropogene druk als gevolg van de verschillende gebruiksfuncties van de rivier en haar leefgebieden verergeren. 

''De stijgende watertemperaturen hebben een grote invloed op de levensomstandigheden in de Rijn. Als kritieke temperatuurdrempels over langere perioden worden overschreden, kan er ecologische schade optreden. Waterorganismen krijgen dan bijvoorbeeld last van hittestress, waardoor ze zwakker worden en vatbaarder voor ziekten'', zegt Tanja Bergfeld-Wiedemann, wetenschapper bij de BfG die heeft meegewerkt aan het onderzoek. ''Bij hogere temperaturen neemt ook de oplosbaarheid van gassen in het water af, wat betekent dat er minder zuurstof beschikbaar is voor dieren'', aldus de bioloog. 

De opwarming van het water in de winter is ook een gunstige voedingsbodem voor de verspreiding van bepaalde invasieve uitheemse soorten. Op de lange termijn zouden soorten zoals de vlagzalm, die de voorkeur geeft aan koud water, hun populatie kunnen zien instorten of geheel kunnen verdwijnen uit delen van hun huidige verspreidingsgebied in het Rijnsysteem. ''Roofvissen die minder gevoelig zijn voor temperatuur, zoals de meerval, worden versterkt en oefenen extra druk uit op aquatische soorten, terwijl voor sommige van deze soorten temperaturen rond de 25 °C dodelijk zijn. 

In kleine zijrivieren kan de stijging van de watertemperatuur worden beperkt door schaduwrijke toevluchtsoorden te creëren, ooibossen natuurlijk te herstellen en functionele ecosystemen in uiterwaarden te herstellen. In grote zijrivieren en in de hoofdstroom van de Rijn is het moeilijker om maatregelen te nemen.

Dreigende beperkingen op watergebruik

Als de watertemperatuur boven een bepaalde drempelwaarde stijgt, kunnen de bevoegde instanties gedwongen zijn om beperkingen op te leggen aan watergebruiksfuncties (bijvoorbeeld onttrekkingen voor industrie of landbouw), wat kan leiden tot gebruiksconflicten en economische problemen. De temperatuurstijging zal ertoe leiden dat er minder ruimte is voor bestaande en nieuwe koelwatervragers.

Het is daarom van essentieel belang om de werkzaamheden die al aan de gang zijn in de lidstaten te intensiveren, teneinde in overleg met de gebruikers die afhankelijk zijn van dit gemeenschappelijke goed te streven naar een zuinig en verstandig gebruik van water.

Modelleren over nationale grenzen heen

Het onderzoek is het eerste waarin een grensoverschrijdende modelbenadering is getest die nationale modelresultaten uit Zwitserland, Duitsland en Nederland aan elkaar koppelt tegen de achtergrond van een gedeeld klimaatsignaal. ''De nauwe grensoverschrijdende samenwerking was cruciaal om een consistent beeld te krijgen van de toekomstige watertemperaturen in de Rijn als geheel'', zegt Pascal Boderie, wetenschappelijk medewerker bij Deltares.

Adaptatie als gezamenlijke taak

In het kader van de lopende actualisering van hun klimaatadaptatiestrategie werken de landen in het Rijnstroomgebied onder de paraplu van de ICBR aan concrete maatregelen, waarbij gekeken wordt naar de diverse gebruiksfuncties. Het doel is om de ecologische functies van de Rijn te behouden en te versterken. De resultaten van de temperatuuranalyses worden rechtstreeks meegenomen in dit proces. 

 

Meer informatie kunt u vinden in de volgende rapporten:

Perscontact IKSR: Marc Daniel Heintz, tel. 0049-261-92525-19, e-mail: marcdaniel.heintz@iksr.de

Perscontact BfG: Dominik Rösch, tel.: 0049261/1306 5000, e-mail: presse@bafg.de

Perscontact Deltares: Pressekontakt Deltares: Pascal Boderie


In de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) werken Zwitserland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland en de Europese Unie al meer dan zeventig jaar samen op basis van een volkenrechtelijke overeenkomst om de verschillende gebruiksfuncties en de bescherming van de rivier met elkaar in overeenstemming te brengen. In het kader van de tenuitvoerlegging van de Europese richtlijnen is de grensoverschrijdende samenwerking uitgebreid met Oostenrijk, Liechtenstein, Italië en Wallonië. De huidige voorzitter is Miriam Haritz uit Duitsland. Een internationaal bezet secretariaat dat is gevestigd in Koblenz (Duitsland) staat haar en de overleggroepen van de ICBR terzijde.

De Duitse dienst voor hydrologie (Bundesanstalt für Gewässerkunde, BfG) is een hogere federale instantie binnen de portefeuille van het Duitse ministerie van Verkeer (BMV). Het is het wetenschappelijke instituut van de Duitse overheid voor watergerelateerd onderzoek, beoordeling en advies, met name op het gebied van hydrologie, watergebruik, waterkwaliteit, ecologie en waterbescherming. Het werk van de BfG heeft voornamelijk betrekking op de bevaarbare rivieren, kanalen en kustwateren (federale waterwegen) die worden beheerd door de Water- en Scheepvaartadministratie van de Duitse Bond (WSV). Als ministeriële kennisinstelling maakt de BfG deel uit van het Duitse wetenschappelijke landschap.

Deltares levert als kennisinstituut al meer dan honderd jaar betrouwbare expertise op het gebied van water en ondergrond. De unieke combinatie van kennis en onderzoek, deskundigen, experimentele faciliteiten, sleuteltechnologieën, gespecialiseerde software en dataproducten stelt ons in staat om beleidsmakers en de industrie te adviseren en actuele uitdagingen het hoofd te bieden.