Pesticiden omvatten gewasbeschermingsmiddelen en biociden (zie ICBR-rapport 183). Het gaat meestal om synthetische organische stoffen die bijvoorbeeld in de conventionele landbouw worden gebruikt voor de “bescherming van gewassen” en de bestrijding van schadelijke bacteriën, algen, schimmels (fungiciden), planten (herbiciden), insecten (insecticiden) en mijten (acariciden). De bedoeling is om nuttige gewassen te beschermen tegen schadelijke organismen of om schade te voorkomen. Naast de gewenste effecten houdt het gebruik van pesticiden echter ook risico's in voor het milieu.
De ICBR heeft gewasbeschermingsmiddelen als aangrijpingspunt genomen voor een analyse van diffuse emissieroutes (zie ICBR-rapport 240 en de onderstaande figuur). Gewasbeschermingsmiddelen worden voornamelijk in de landbouw toegepast, maar ook daarbuiten wordt ervan gebruik gemaakt, bijvoorbeeld op verhardingen, in particuliere tuinen en gemeenteplantsoenen, op sportvelden, langs het wegennet en voor het onkruidbeheer langs spoorwegen.
Piekbelastingen uit diffuse emissies in oppervlaktewater zijn veelal het gevolg van neerslag, die leidt tot afspoeling, drainage en uitspoeling. Dergelijke piekbelastingen komen vaker voor in kleinere rivieren. De verdunning en verspreiding in grote rivieren leidt tot minder extreme, maar langer aanhoudende verontreinigingen.
Tot dusver zijn er alleen maar voor een paar pesticiden langere meetreeksen beschikbaar. Zo wordt isoproturon bijvoorbeeld al sinds 1995 gemeten.
Isoproturon (zie ICBR-rapporten 211 en 150) is een herbicide dat voornamelijk in de graanteelt wordt gebruikt. In de periode dat het product wordt toegepast, wordt de EU-drinkwaternorm (rode lijn) in de Rijn en de Moezel na hevige neerslag regelmatig overschreden. Aangezien isoproturon sinds 30 juni 2016 niet meer is toegelaten in de EU, zullen de jaargemiddelden en maxima op lange termijn afnemen.