ICBR – Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn

Het succesverhaal gaat door: start van het programma Rijn 2040

De bevoegde ministers en de vertegenwoordiger van de Europese Unie zijn op 13 februari 2020 op uitnodiging van Cora van Nieuwenhuizen, Nederlands minister van Infrastructuur en Waterstaat, in Amsterdam bijeengekomen voor de zestiende Rijnministersconferentie. Ze hebben een over het geheel genomen positieve balans opgemaakt van de uitvoering van het programma Rijn 2020, en tevens het programma Rijn 2040 aangenomen met nieuwe, ambitieuze doelen in verband met soortendiversiteit, waterkwaliteit, klimaatverandering, hoogwaterveiligheid en de omgang met laagwater.

Foto (van links naar rechts): Ulrike Höfken (Rijnland-Palts, Duitsland), Anne Trentels (Wallonië, België), Daniel Calleja Crespo (Europese Unie), Veronica Manfredi (Voorzitter), Franziska Schwarz (Zwitslerland), Cora van Nieuwenhuizen (Nederland), Günter Liebel (Oostenrijk), Svenja Schulze (Duitsland), Dominique Hasler (Liechtenstein), Carole Dieschbourg (Luxemburg); niet op de foto: Simone Saillant (Frankrijk)

Uitvoering van het programma Rijn 2020

De landen in het Rijnstroomgebied werken sinds zeventig jaar samen in de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR). Veel andere stroomgebieden overal ter wereld hebben deze intensieve samenwerking tot voorbeeld genomen. In 2001 hebben de Rijnlanden het programma Rijn 2020 aangenomen.

Tijdens hun bijeenkomst in Amsterdam hebben de bevoegde ministers en de vertegenwoordiger van de Europese Unie de, alles samengenomen, positieve balans opgemaakt van de uitvoering van het programma Rijn 2020. Zo zijn er op de volgende gebieden successen geboekt:

  • Hoogwater: Sinds de grote overstroming vijfentwintig jaar geleden, die overal in het Rijnstroomgebied veel schade heeft aangericht en onder andere zo'n 250.000 Nederlanders heeft gedwongen hun huis te verlaten, is het schaderisico met een kwart gereduceerd. De landen hebben meer dan 14 miljard euro geïnvesteerd in maatregelen, zoals de aanleg van nieuwe hoogwaterretentiegebieden. Ook konden de verwachtingstermijnen worden verdubbeld en is dankzij de publicatie van overstromingsrisicokaarten het risicobewustzijn toegenomen.
  • Trekvissen: Sinds 2001 zijn er bijna 600 migratiebarrières in de Rijn en zijn zijrivieren weggewerkt. De aanleg van de vispassages in Iffezheim (2000), Gambsheim (2006), Straatsburg (2016) en Gerstheim (2019) op de Duits-Franse Bovenrijn en de kier in de Haringvlietsluizen bij Rotterdam (2018) waren mijlpalen in de terugkeer van trekvissen naar een groot aantal paaigebieden in het riviersysteem van de Rijn. Inmiddels worden er elk jaar honderden zalmen geteld.
  • Waterkwaliteit: Sinds het begin van deze eeuw kon de waterkwaliteit verder worden verbeterd. Dankzij de modernisering van riool- en afvalwaterzuiveringsinstallaties zijn de puntlozingen van stikstof, fosfor, zware metalen en andere schadelijke stoffen duidelijk verminderd.
  • Soortendiversiteit: De voorbije twintig jaar is er ca. 140 km² uiterwaard hersteld en zijn 160 oude strangen weer verbonden met de Rijn. Hierdoor zijn er waardevolle leefgebieden ontstaan voor de fauna en de flora die afhankelijk is van water en ook hun bescherming is verbeterd, bijvoorbeeld doordat het grensoverschrijdende waterrijke gebied aan de Duits-Franse Bovenrijn op de Ramsar-lijst is geplaatst.

Nieuw programma Rijn 2040

Ondanks de grote successen zijn niet alle doelen helemaal bereikt. Zo is de zuidelijke Bovenrijn tot Bazel nog altijd niet passeerbaar voor trekvissen. Ook worden de planningsprocedures voor hoogwaterretentiegebieden soms bemoeilijkt door lokale weerstand. Microverontreinigingen afkomstig van medicijnresten, röntgencontrastmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen zijn nieuwe bedreigingen voor de waterkwaliteit. En de hete en droge zomer van 2018 heeft duidelijk gemaakt welke effecten de klimaatverandering met lang aanhoudende droogte ook op de Rijn kan hebben.

Gelet op het voorgaande willen de ministers en de vertegenwoordiger van de Europese Unie de succesvolle samenwerking in het Rijnstroomgebied de komende twintig jaar - in lijn met de Europese “Green Deal” en het ambitieuze milieubeleid van Zwitserland en Liechtenstein - onverminderd voortzetten. Het programma Rijn 2040 zet in op het in overeenstemming brengen van de verschillende gebruiksfuncties en de bescherming van het ecosysteem. Het bevat nieuwe, ambitieuze doelen voor verschillende actieterreinen, waarvan de belangrijkste zijn:

  • Aanpassen aan klimaatverandering: Voor 2025 wordt de klimaatadaptatiestrategie van de ICBR geactualiseerd om de kennis te vergroten en meer voorstellen voor adaptatie uit te werken.
  • Het hoofd bieden aan laagwater: De laagwatermonitoring wordt voortgezet en er worden gezamenlijke oplossingen ontwikkeld om in de toekomst beter voorbereid te zijn op laagwater en om de gevolgen van laagwater beter te kunnen verwerken.
  • De vispasseerbaarheid voltooien: Trekvissen moeten weer kunnen migreren tussen de Noordzee en de waterval in Schaffhausen, en hun leefgebieden kunnen bevolken. Daarvoor moeten er aan de stuwen op de Duits-Franse Bovenrijn in Rhinau (2024), Marckolsheim (2026) en Vogelgrün (zo snel mogelijk) vispassages operationeel zijn en moeten er nog minstens 300 andere migratieknelpunten in het stroomgebied passeerbaar worden gemaakt.
  • Microverontreinigingen indammen: Om de waterkwaliteit verder te verbeteren en de Rijn als bron voor de drinkwaterwinning te behouden, moeten de emissies van microverontreinigingen op de Rijn en zijn zijrivieren voor 2040 met minstens 30% worden verminderd. Microverontreinigingen zijn bijvoorbeeld resten van geneesmiddelen, röntgencontrastmiddelen of gewasbeschermingsmiddelen. Deze streefwaarde kan later eventueel worden verhoogd.
  • Meer uiterwaarden herstellen: Voor 2040 moet er nog 200 km² uiterwaard worden hersteld en moeten 100 oude strangen worden verbonden met de Rijn. Bovendien moet de oever van de rivier, die op veel plekken ingrijpende waterbouwkundige aanpassingen heeft ondergaan, over nog eens 400 km natuurlijker worden heringericht.
  • Overstromingsrisico's reduceren: Voor 2040 moet het overstromingsrisico aan de Rijn, ondanks de bevolkingsgroei en de hiermee gepaard gaande stedelijke ontwikkeling, met nog eens 15% worden verminderd ten opzichte van 2020.

Het programma Rijn 2040 volgt de beginselen van solidariteit en duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer. De landen in het Rijnstroomgebied zullen hun inspanningen in samenwerking met verschillende belangengroepen en wetenschappelijke instellingen vastberaden voortzetten en om de zes jaar de balans opmaken van hun werkzaamheden.

 

Met vragen kunt u terecht bij

Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR)
Marc Daniel Heintz
marcdaniel.heintz(at)iksr.de

Details over de besluiten

Meer informatie is te vinden in de brochure over de balans van de uitvoering van Rijn 2020, het communiqué van de zestiende Rijnministersconferentie en in het programma Rijn 2040. Deze teksten zijn gepubliceerd op www.iksr.org.

De ICBR in het kort

In de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) werken Zwitserland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland en de Europese Unie al zeventig jaar samen op basis van een volkenrechtelijke overeenkomst om de verschillende gebruiksfuncties en de bescherming van de rivier met elkaar in overeenstemming te brengen. In het kader van de tenuitvoerlegging van de Europese richtlijnen is de grensoverschrijdende samenwerking uitgebreid met Oostenrijk, Liechtenstein, Italië en Wallonië.

De huidige voorzitter is Veronica Manfredi van de Europese Commissie. Een internationaal bezet secretariaat dat is gevestigd in Koblenz (Duitsland) staat haar en de overleggroepen van de ICBR terzijde.

In 2013 heeft de ICBR de European RiverPrize gewonnen en in 2014 de International Thiess RiverPrize voor haar succesvolle werk sinds haar oprichting in 1950. Meer informatie over de ICBR vindt u op www.iksr.org.